Guantanameeeeeera (1 maart – 11 maart) - Reisverslag uit Havana, Cuba van annejorinde - WaarBenJij.nu Guantanameeeeeera (1 maart – 11 maart) - Reisverslag uit Havana, Cuba van annejorinde - WaarBenJij.nu

Guantanameeeeeera (1 maart – 11 maart)

Door: Anne

Blijf op de hoogte en volg

11 Maart 2017 | Cuba, Havana

Heb je wel eens overgegeven van teveel salsadansen? Nou, ik wel. In mijn fancy jurkje hing ik boven een niet-al-te-vaak-schoongemaakte Cubaanse WC (uiteraard zonder bril) naast de dansvloer terwijl Marleen mijn haar vasthield en haar gniffelen stiekem niet kon onderdrukken. Wéken hadden we samen dromerig uitgekeken naar het moment dat we salsadansten onder de Cubaanse sterrenhemel, en toen dat moment eindelijk daar was heb ik het welgeteld driekwart nummer (met 563 pirouettes) volgehouden. En nee, dit keer waren er geen mojitos involved – één overenthousiaste Cubaan was genoeg. Het spits was eruit! Eh, eraf.

Inmiddels zitten we - een flink aantal salsa-avonden later - weer kiplekker op ons eigen dakterrasje in Trinidad, te luisteren naar de geluiden van de stoffige straatjes onder ons. Kleine selectie: gekletter van paard-en-wagen, voetballende kinderen, ronkende oldtimers (vaak gepaard met sterke dieselgeur), een eeuwig dreunende mix van reggaeton en salsamuziek, gepassioneerde ruzies, af en toe een kermende zwangere straathond, en natuurlijk veel hanen en kippen – héél véél kippen. (Side note: Marleen reageerde al na dag drie niet meer als ik dolenthousiast ‘AH KIJK NOU KIPPETJES KIJK NOU KIJK NOU’ riep wanneer er weer een gevederd gezinnetje voorbijscharrelde. Ik blijf ondertussen lekker roepen. Geldt overigens ook voor straathonden en -katten – met of zonder zichtbare vlooien.) We zitten nu anderhalve week op dit prachtige eiland en de tijd vliegt (of danst) voorbij.

Vorige week woensdag begon de reis, zoals voor vrijwel iedereen hier, in hoofdstad Havana. Ik kan het niet anders onder woorden brengen: het is werkelijk net als in de film. We reden in onze taxi een stad binnen vol indrukwekkende, kleurrijke, maar volledig vervallen koloniale panden. Minstens zo kleurrijk (en vaak minstens zo vervallen) waren alle oldtimers en jaren-80-koekblikjes die erlangs scheurden, gevuld met gebruinde toeristen en tandeloze chauffeurs. Je kunt in iedere richting blind met je camera klikken en je hebt een hoogwaardige ansichtkaart. Havana is vergelijkbaar met een gezonken schip dat al zo lang op de bodem ligt dat het nu weer bewoond is door allerlei vissen en koraal: het is totaal vervallen en versleten maar overal krioelt leven in één grote, bruisende herbestemming. Nadat AirBnB (voor de echte Cubaanse ervaring, spreek uit als: èbiebie) host Norma ons liefdevol onze kamer had gewezen en wij van opwinding dwars door alle schimmel en scheuren heen keken, renden we direct de Malecon af en proostten we met onze allereerste mojito (Je bent toerist of je bent het niet..;). Ya estamos en Cuba!

Daarna volgden de eerste ontdekkingstochtjes door de stad, de eerste woordjes Spaans, de eerste pasjes op de dansvloer, de eerste gemaakte vrienden, en onze eerste succesvolle Cubaanse ruzie (na een nachtje stappen bleek Norma de deur van binnenuit op slot gedaan te hebben, wat voor ons resulteerde in een gebroken nachtje op de bank in de lobby van een naburig hotel én een kennismaking met de buren die Norma (die wellicht ietwat doof was) ’s ochtends wél wakker kregen. Norma verviel in verwijten in plaats van excuses, die ze na onze douche kracht bij probeerde te zetten door alle buren en familieleden in de woonkamer te verzamelen en de verwijten nogmaals te herhalen. Gelukkig hadden wij nét (in het half uurtje voorbereiding dat hebben gedaan, twee uur voordat het vliegtuig landde) in een boekje gelezen dat het soms helpt om fel in de tegenaanval te gaan. Dus dat deed ik. Met trillende handjes, bizarre grammaticale constructies, maar vooral véél emotie. En welja! Er begon er een glimlachje om Norma’s mond te spelen. We kregen excuses van Norma, goedkeurende knikjes van de rest van de aanwezigen, en een slaapplaats voor de komende dagen bij Norma’s onderbuurvrouw Tamara. Ruzie geslaagd;)

Dus zetten onze Havaanse avonturen zich voort. Met kleine straatjes, spontane ateliertjes, barretjes waarin Hemingway de allereerste mojito’s kwam drinken, massa’s toeristen, random artsy fartsy kunstdisco’s, ein-de-lo-ze catcalls van Cubaanse mannen van alle soorten en maten (moeder, dochters of zelfs vriendin erbij? Geen probleem!), goedkope pizza’s, en op iedere hoek Cubaanse gezinswoningen waar in Nederland zelfs een dakloze junk niet in zou vertoeven.

Het contrast kan haast niet groter. Cuba wordt momenteel zo ontzettend overspoeld door toeristen dat het in een soort bizarre tijdslimbo zit: moderne luxe (inclusief vegan hipsterbars) voor de extranjaros, kinderkopjes en schroot voor de Cubanen. Er zijn zelfs twee munteenheden. De duurdere CUC (waarin toeristen doorgaans betalen) en de Moneda Nacional (25 keer zo weinig waard, en doorgaans het betaalmiddel van de locals). Niet dat de Cubanen achterblijven hoor: werkelijk iedereen pikt wel een graantje mee. Als toerist wordt je dan ook bij iedere beweging die je maakt een poot uitgedraaid (ik weet het, dat ik nog kan salsadansen zonder ledematen is een wonder). Bovendien zijn er werkelijk óveral casas particulares, mensen verbouwen hun woonkamer tot toeristenverblijf of slapen zelf op de grond en geven hun slaapkamer op. Of zoals tijdens ons verblijf bij Tamara het geval was: het hele gezin (inclusief gehandicapte oma) sliep in één kamer en één bed om Marleen en mij de andere kamer te geven. Schrijnend, en het laat je voelen als een rijke en oppervlakkige gringa (zeker als je onze enorme koffers ziet). Maar als je bedenkt dat 25 CUC (wat wij voor een nacht betalen) ongeveer een Cubaans maandsalaris is, begrijp je dat ze het zelf niet zo heel erg vinden. Bovendien vond ons hostgezin het fantastisch om onze verhalen over het buitenland te horen en genoten ze van de Nederlandse stroopwafels. Toch stak het een beetje toen Tamara en haar zoon Carlitos vertelden dat ze vanwege geld en tijd nog nooit naar het 4 uur verder gelegen Viñales waren geweest, en met een glimlach constateerden: “Cuba is voor jullie turistas, niet voor ons”. Au.

Toch bloeit het land ook duidelijk op bij die vele turistas. Onze volgende bestemming na Havana, Viñales, was een droom met alle kleuren en lieve mensen. En omdat 90% van de huizen uit een casa particular bestaat, voelt het exact als een campingterrein. Couchsurfen of al te veel afdingen is hopeloos: toeristen betalen nu eenmaal wat toeristen betalen. En eigenlijk is dat ook wel prima zo. Maar Nederlands bloed kruipt waar het niet gaan kan: toen we de slome Fransen van de standaard georganiseerde fietstour achter ons hadden gelaten, mochten we de fietsen van vrolijke gids Josbel nog even houden en konden we op eigen houtje de omgeving ontdekken. En wat een omgeving. Marleen heeft me verteld dat het doet denken aan de bergen in Zuid-China (ik ben niet zo geod in het herkennen van landschappen. Zeker niet als ik er nooit ben geweest.). Alles is overspoeld met tropische planten en bloemen in alle kleuren van de regenboog. Het weer is aangenaam, 30 graden maar met een briesje (het is immers winter) waardoor zelfs deze Holandesas het op de fiets volhielden. Tabaksplantages, rotswandschilderingen, toeristisch grotje hier en daar – you know the drill. Tussendoor wat kokossap of versgeperste jugo de piña, ’s avonds eten met andere bevriende reizigers, ’s nachts salsadansen op het pleintje naast de kerk, en de dag is helemaal compleet.

En nu zitten we dus in Trinidad. Wederom: prachtig tijdloos en tegelijkertijd bizar toeristisch. ‘Spontaan salsadansen op de grote trappen op het plein’ gebeurt inmiddels niet meer, en is vervangen door een toeristenshow in een afgesloten betaald gedeelte bovenaan de trap, terwijl de onderste trede wordt bezet door een lange rij toeristen op hun smartphone omdat er een semi-legale wifi hotspot is (to be fair: ons referentiekader is een zeventien(!) jaar oude Lonely Planet – die ons overigens meermaals heel goed van dienst is geweest). Gelukkig weten wij inmiddels ongeveer hoe we deze stroom kunnen ontwijken, en ontbijten we voor een habbekrats met café en bocadillos de tortilla in een lokaal barretje aan de hoek; halen we maní (een soort huisgemaakte pindakaasrepen) als snack, wandelen we zelf in plaats van tours te nemen en komen zo op rustige tijden op de mooiste plekken; ontmoeten we andere reizigers bij goedkope cuba libres in een geimproviseerde bar in een ateliertje; en leven we vooral op adviezen en verhalen van mensen om ons heen (Side note #2: in de geimproviseerde bar struikelde Marleen gisteravond over een varkenshoofd dat uit de koelkast naast haar op de grond viel toen ze tussen allerlei doeken de wc probeerde te vinden). Maar ook het toeristenleven heeft zijn voordelen hoor: we liggen net zo goed tussen de Duitsers en Fransen op het strand, we genieten van elke keer dat Guantanamera live gespeeld wordt, we hobbelden vrolijk achter iedereen aan naar een ‘discogrot’ (ik maak geen grapje) en onze kamer heeft een privébadkamer, dakterras en maar liefst twéé tweepersoonsbedden. Yep, het backpackersleven is ver te zoeken;).

We genieten volop van het balanceren op deze onoverkomelijke grens tussen lokaal en toerist. Net als de salsa doen we soms een stapje vooruit in het avontuur, en soms eentje terug in ons luxeleventje van blanke toerist. Gelukkig zijn er aan beide kanten cuba libres;)

Salud!



  • 21 Maart 2017 - 10:29

    Daphna:

    Haa mop, ik heb je heerlijke verhalen gemist! Klinkt fantastisch! xxxx

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Cuba, Havana

Actief sinds 31 Jan. 2009
Verslag gelezen: 270
Totaal aantal bezoekers 90456

Voorgaande reizen:

15 Februari 2009 - 07 Mei 2009

Mijn eerste reis

Landen bezocht: